Harry Niehof

Persoon
Functie:
Muzikant
Ook bekend als:
-
Geboren:
1954
Samenvatting:
Harry Niehof is een graag geziene muzikant in Groningen en omstreken. In zijn zoektocht probeert hij diverse genres uit. Hij gaat van folk naar rock-'n'-roll en van jump jive naar soul. Nadat hij in 2000 een Engelstalige cd uitbrengt, blijken zijn wortels toch echt Gronings te zijn.
Biografie
Algemeen
Interview
Voor een interview dat Poparchief-redacteur Jan Karstens in 2009 had met Harry Niehof, zie tab 'Interview(s)' hierboven. |
Mijn eerste kennismaking met rock-’n-roll, was via mijn oudere broer. Dat was begin jaren 60. Hij was toen al manager van een plaatselijke beatband The Strings. Mede daardoor had hij singletjes van Little Richard, Chris Montez en Johnny Otis. Ik vond het allemaal prachtig, maar had nooit het idee dat je zoiets zou kunnen naspelen. |
Ik sla je in elkaar Toen ik een jaar of tien was probeerde ik op de gitaar van mijn oudere zus te spelen. Heel simpel, twee akkoorden G en D7 met het liedje Sur le pont d’Avignon. Dat lukte niet goed, want ik had al snelle zere vingertoppen. Het stond mijn broer niet aan en hij dreigde zelfs met fysiek geweld. “Ik sla je in elkaar als je niet verder oefent!” Nou, met zo’n dreigement op zak wist ik wat me te doen stond. Ik heb drie maanden doorgeploeterd en uiteindelijk was ik beter dan hij. Hij is nu apetrots. |
Mijn eerste optreden was in Middelstum in Vita Nova, een gereformeerd buurthuis. Ik moet een jaar of 12 zijn geweest. Samen met nog een jongen deden we twee liedjes. Ring Ring I’ve Got To Sing van Ferre Grignard en Le poupee qui fait non van Michel Polnareff. Het was een enorm succes en al dat applaus vond ik geweldig. |
Steenwijk Op mijn 15e zijn we verhuisd naar Steenwijk. Mijn vader ging bij mijn oom werken. Die verhuizing was een verademing: alsof ik in New York aankwam. Ik voelde me eindelijk vrij; weg uit het beklemmende Middelstum. Mijn oom waarschuwde mijn vader regelmatig dat er van mij niets terecht zou komen. Ik zat namelijk al snel in een plaatselijke bluesband. Met een bandrecorder-microfoon zong ik over een VOX AC30 van de gitarist. Die had toen al een Gibson trouwens. |
In die tijd hoorde ik Bob Dylan voor het eerst. Dat vond ik fantastisch. Samen met nog een jongen hadden we op een gegeven moment twee uur repertoire van Dylan. We speelden veel op schoolfeesten. En ook in Leeuwarden, in Biels 28. Daar kwam het echte luisterpubliek. Als we moesten optreden zei ik tegen mijn ouders dat ik bij een vriendje aan het logeren was. Ik had geen idee waar Bob Dylan over zong, dat is de reden geweest voor mij om Engels te gaan studeren. |
Groningen Ik was 18 jaar toen ik in Groningen ging studeren, dat moet 1972 zijn geweest. Ik heb toen een aantal jaren geen muziek gemaakt, bovendien was ik ook klaar met Dylan. De Engelse en Schotse folk had toen mijn aandacht. Vanaf 1975 speelde ik weer wat, als troubadour. Ik woonde in de Visserstraat en tijdens een feest ontmoette ik Ron Glasbeek en Joke Wierenga. Dat was ongeveer in 1977. Zij speelden ook folk en waren daar een beetje op uitgekeken. Toch zijn we met z’n drieën doorgegaan als folktrio. |
Uiteindelijk is hieruit Rave-On ontstaan. Met violist/bassist Dick van Oortmerssen en drummer Jan Karstens erbij werd het een serieus bandje: elektrische folk met new-wave invloeden. Dat was in 1980. Het was vlak na of tijdens het Groninger Springtij. Alle cafe’s mochten ‘s nachts tot 2 uur open blijven zonder vergunning, met als voorwaarde dat er live-muziek werd gespeeld. Zoals zoveel bandjes toen, hebben we alle zalen en zaaltjes van Groningen wel bezocht. |
Uiteindelijk ben ik 1982 uit de band gestapt. Ik wilde professioneel muzikant worden, maar de rest van de band kon daar niet in meegaan vanwege maatschappelijke verplichtingen. Werk en zo.. Tijdens de Rave-On tijd ontstond ook de Dead Rabbits. Uit een grap geboren. Voor een trouwerij moesten we een avond met sixties-muziek verzorgen. Met drie leden van Rave-On en toetsenist John van Hulst en drummer Ceesjan Lastdrager was de bezetting compleet. Maar zoals vaak met een grap werd dit ook weer serieus. We speelden veel, soms op één avond met Rave-On. Later is saxofonist Johan Huizing er ook bij gekomen. Ik was leadsinger bij de Rabbits en heb daar veel geleerd als performer. |
Bandjes In 1982 heb ik meegedaan met Splitsing, een zomerproject van Peter Groot Kormelink. In de vakantieperiode drie weken repeteren en daarna drie weken optreden. Via Splitsing heb ik toen Herman Grimme ontmoet. Vanwege persoonlijke meningsverschillen ben ik met Splitsing gestopt. Happy Few? was een project van en met André Salters. We maakten new-wave. Ron Spaan op drums, Harm Nanko Dubbelboer, inmiddels overleden, op bas en Renger Koning op toetsen. Dat was in 1983. |
Ron Spaan richtte in 1984 de Soulfingers op. We speelden gewoon alle oude soulhits; het was een zeer succesvolle band. Ron is later vervangen door Kid van Hees op drums. De band bestond uit tien (!) mensen. Het laatste optreden was op 18 januari 1985 tijdens een Benefietavond van de Zomermanifestatie. Met Mumbo Jumbo (1986/87) begon ik weer zelf de muziek te schrijven. Het moest dansbare muziek worden. Ik schreef alle teksten, bijna alle muziek en de meeste arrangementen, inclusief die voor de blazers. Zo rond 1987 heb ik gespeeld in De Ontreddertjes en Het Grote Geld, een vrijblijvende vorm met onder andere Hans Visser, Frank de Jong en Bas De Jager. Vooral ouderwetse rhythm & blues in de stijl van Nina Simone, Dr. John enzo. Soms was het zelfs een beetje psychedelisch.. |
In 1988 werd ik gevraagd door Wessel Babtist om me aan te sluiten bij zijn project The Race. In de oude bezetting zaten Eddy Koekkoek (zang) en Roel Plieger (gitaar). Ik moest beide vervangen: én zingen én leadgitaar. De naam werd Sugar Boy Harry and the Race. De eerste bezetting was met Gerrit Veen op bas. De uiteindelijke line-up werd: Jaap Stegeman (toetsen), Hans Visser (bas), Martien Stienstra (saxofoon) en Wessel Babtist op drums. Met The Race hebben we behoorlijk veel en succesvol gespeeld. We speelden jump-jive en rhythm & blues in de ouderwetse zin van het woord. We kregen ook goede recensies. The Race heeft ongeveer tot 1992 bestaan. |
Na die tijd heb ik veel losse dingen gedaan. Ik heb veel gespeeld in het Binnenhof tijdens ‘Vrije Hand-sessies’. Daaruit is onder andere Shout & Whispers uit ontstaan, met Bas de Jager (drums), CT Heida en Inki de Jonge (zang), Jaap Stegeman (toetsen) en Hans Visser (bas). Het was ook weer R&B, met Ry Cooder-achtige invloeden. En ik zat ook nog in Fat Whale, een bluesy a capella-koortje met Harry Zandstra, CT Heida, Inki de Jonge en Brenda Frans. |
Met Superfly (2000) speelde ik weer in prachtige, strakke soulband. Optredens op de Parade in Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam waren absolute hoogtepunten. In deze periode nam ik ook mijn eerste zelfgeschreven cd op als Sugar Boy Harry getiteld Broken Lines. De muzikanten kwamen bijna allemaal uit Superfly. Het is een Engelstalige rootsplaat geworden. Een optreden bij Barend en Van Dorp was wel een bijzondere gebeurtenis. De redactie had bepaald welk nummer ik moest spelen. Eigenlijk wilde ik een ander nummer doen, maar ja… |
Groningstalig Tijdens oudejaarsavond van 2002 zong ik, als grap, mijn eerste Gronings liedje. Samen met Ron Glasbeek (Los Bomberos) zat ik in een gelegenheidsbandje De Hoornse Merels. Het liedje heette: ‘Mien Poedie dat bistoe’. Als grap geboren, maar ook weer een groot succes. Ik had de smaak te pakken. Maar ik merkte vooral dat ik mijn van mezelf meer kwijt kon in het Gronings. Ik hoefde geen vertaalslag meer te maken; het Gronings is mijn moedertaal. |
Ik heb toen nog een paar liedjes geschreven en via Radio Noord is het flink gaan lopen. Samen met Los Bomberos hebben we Cuba-Blues opgenomen; er staan vier liedjes van mij op. Deze plaat en bijbehorende videoclip is veel gedraaid op TV Noord en Radio Noord. Vanaf het begin stond trouwens al vast dat de samenwerking met Los Bomberos een tijdelijk project voor mij zou zijn. |
In 2002 heb ik een half jaar in Spanje gewoond. En in die periode heb ik ook de basis gelegd voor mijn eerste Groningstalige cd Altied Onderwegens (2005). In 2007 kwam Straks is ‘t weer janken uit. Hij is deels opgenomen in de Silvox Studio, met Herman Grimme (Jazzpolitie) op toetsen, Jan Pijnenburg (Doe Maar) op slagwerk en Peter Smid (Time Bandits) op bas. Voor deze cd heb ik de Streektaalprijs 2007 gewonnen. |
De Bende Ik ken Frank den Hollander van mijn studie Engels. Hij vroeg of ik af en toe mee wilde spelen. Dit gebeurt allemaal op projectmatige basis. Ik heb toen basgitaar gespeeld in 1998. Nu, 10 jaar later ben ik ‘mede-vennoot’. Samen met Frank, Peter de Haan, Alina Kiers en Jan Veldman vormen we Voorheen De Bende mit Pazzipanten. Verder spelen op drums Kees Alkema en Lex Koopman op bas. |
Voor deze show heb ik ook een paar liedjes geschreven en meegedacht over de uitvoering. Inmiddels is de cd uit en TV Noord zal de show ook nog een keer uitzenden. We hebben dan ongeveer dertig shows gedaan in de diverse Noordelijke Theaters. |
Betrokken bij
Weblinks
- Link