Bert Hadders

Persoon
Functie:
Organisator; Componist; Tekstdichter; Muzikant
Ook bekend als:
-
Geboren:
1962 te Tweede Exloërmond
Samenvatting:
Zanger en liedjesschrijver, ook actief als discjockey, manager, platenbaas en organisator.
Biografie
Interview
Tekst: Janet Roze (21-02-2011) |
Zanger, drummer, discjockey, manager en programmeur Bert Hadders wordt geboren op 16 februari 1962 in Tweede Exloërmond in Drenthe, waar hij ook opgroeit. Daar wordt tussen zijn tiende en twintigste zijn muzikale basis gelegd. Geld om muziek te kopen heeft hij niet, maar hij komt er wel mee in aanraking, onder meer via plaatselijk café De Kienstobbe. Hij mag daar op zijn veertiende van zijn ouders naar optredens van acts als Herman Brood, The Troggs, Cuby + Blizzards en The Police. "Mijn ouders waren christelijk, maar omdat muziek cultuur is, mocht ik daar naartoe." |
Thuis krijgt hij een en ander mee via de radio. "Soms wachtte je weken voordat het nummer dat je had gehoord er weer op kwam. Je wist niet eens hoe de bands die je hoorde eruit zagen." Als zijn oppas gaat verloven, doet ze haar verzameling singles van de hand aan hem. "Het waren allemaal hele goede singletjes, van The Beatles en de Stones et cetera." Hij draait ze grijs. Als Hadders The Beatles op televisie ziet, weet hij het zeker; hij wil de muziek in. |
Sticky Fingers Op zijn zestiende, het is dan 1978, formeert Bert Hadders zijn eerste band genaamd Sticky Fingers, uiteraard vernoemd naar het album van de Rolling Stones. Ze maken rockmuziek met eigen liedjes. De band bestaat uit drie leden: drummer Bert Hadders, zanger en gitarist Hans Vos en bassist Kees Rozenboom. Hadders maakt twee jaar deel uit van de band. Logistiek gezien is het moeilijk bij elkaar te blijven. De bandleden wonen allemaal in verschillende plaatsen en zij zijn de enige mensen in de wijde omgeving die ook in een bandje willen spelen. |
Drummer zoekt band Na Sticky Fingers, en na afronding van de havo in Emmen, vertrekt hij naar Groningen, waar hij in 1980 begint aan een opleiding aan de Bibliotheek en Documentatie Academie. Hij maakt die niet af. "De opleiding was vooral een reden om naar de stad te kunnen verhuizen. Ik ging voor de muziek naar Groningen. Het Groninger Springtij was net geweest, dus er was voldoende gelegenheid om te spelen." Hadders volgt zang-, gitaar- en drumlessen in de stad en komt regelmatig in Vera. "In Vera speelden alle goede bands. Als je een nieuwe band had ontdekt, dan speelde die bij wijze van spreken de volgende week in Vera. Ik vond dat geweldig." Het inspireert hem en hij hangt een advertentie ‘drummer zoekt band’ op in Simplon, een plek waar hij ook veel te vinden is. |
Kraakpandenmuziek Begin jaren tachtig begint hij, na enige tijd circusdrummer te zijn geweest, te drummen bij de new wave band Katzenjammerkidz. De leden spelen bewust ‘anders’ dan er in die tijd gedaan wordt. "Later realiseerden we ons wel dat er niet voor niets op een bepaalde manier gespeeld werd." Met zijn bands speelt hij voornamelijk in kraakpanden. "We konden niet terecht in het kroegencircuit. Voor een café zoals De Koffer waren we niet goed genoeg dus speelden we in kraakpanden, zoals het Oude RKZ." |
Aan de slag in de muziekwereld Naast Katzenjammer Kidz werkt hij in de eerste helft van de jaren tachtig voor het Popburo. Eerst als medewerker, later ook in het bestuur; een functie die hij bekleedt tot ongeveer 1985. Hij is in dit verband programmeur en medeorganisator van evenementen zoals de Groninger Groependagen in de Oosterpoort, het Bevrijdingsfestival in het Noorderplantsoen en de Groepenpresentaties in Simplon. Bovendien moet Hadders als dienstweigeraar in de eerste helft van de jaren tachtig vervangende dienstplicht doen. In de praktijk een droombaan: hij wordt de eerste beheerder van oefenruimtecomplex Het Viadukt. Ook is hij zelf weer volop bezig in de muziek. Tussen 1985 en 1989 in rock ’n’ roll band The Hungry Hearts en blue grass groep The Blue Hearts. In de eerste helft van de jaren negentig zingt en componeert Hadders bij Detour. Ze spelen niet alleen in het Noorden, maar ook in de rest van het land. "Je belde zelf rond voor optredens of je werd uitgenodigd naar aanleiding van goede recensies in bladen. Vroeger ging onze platenbaas Ron Overbeek zelf naar Hilversum. Je muziek werd dan op Hilversum 3 gedraaid. Heel Nederland hoorde het, je kon live optreden op Hilversum 3 en het hele land kreeg het mee." |
Zingen in het Gronings In de tweede helft van de jaren negentig werkt de zanger als programmeur voor Het Viadukt (ca. 1994-1997) en de Drie Uiltjes (1995-1996). Ook is hij medebedenker van het Gouden Pijpen Festival (1997). Bovendien zingt Hadders tussen 1998-2005 bij de bands Ouwerkerk en Dead Flowers. Met Ouwerkerk maakt hij in 1998 zijn eerste single in het Gronings. De band wordt gevraagd een nummer te schrijven over het opblazen van de vijf pijpen van de Hunzecentrale. Samen met Coby de Jonge schrijft hij het nummer Piep’n liggen plat, welke wordt uitgebracht op een cd van RTV Noord getiteld De Vief Piep’n. |
Platenlabels Ouwerkerk is ook de naam van een van de twee platenlabels die Hadders in zijn carrière leidt. Hij runt het label samen met Bas Mulder en Sieto Kiewiet. Het omvat naast een label ook een studio en muziekuitgeverij. Ouwerkerk brengt de cd’s Swarte Klaai van Henk en Hette uit en Jan Veltman’s Doodstil. Hadders’ tweede platenlabel is Platex Records, dat hij start in 2004. Eerst is het een online platenlabel waarop cybersingles worden uitgebracht, waarbij je zelf een hoesje kan uitprinten; een succes. "Ik kreeg zelfs berichten uit Japan en Rusland." Het initiatief strandt echter wegens gebrek aan inkomsten. "De website was gratis, maar er kwam geen geld binnen, terwijl ik wel een websitebouwer moest betalen." Het label wordt daarna alleen nog gebruikt om zijn eigen cd’s op uit te brengen. |
Money, money, money Het frustreert hem dat plannen vaak stranden door gebrek aan financiering. In 2006 organiseert hij om die reden, en omdat hij vindt dat er te weinig Groningse bands op het festival optreden, een gratis Platex pirate party tijdens Eurosonic in café De Kar. Er treden zes Groningse bands op, die hij uit eigen zak betaalt. Er kan veel, vindt Hadders, maar dan moet je het zelf regelen. Geld is volgens hem ook een van de redenen waarom Groningse bands meer moeite hebben door te breken dan bands uit het westen van het land. "Daar gooien ze er gewoon een enorme smak geld tegenaan en er wordt een goede manager op gezet. De cultuur is daar heel anders. Het is op die manier veel gemakkelijker om door te breken. Bands als Kane of Direct zijn op die manier ook bekend geworden. Dat zou hier in Groningen niet gelukt zijn." |
In de rij voor De Songclub In 2001 volgt Hadders een opleiding tot studiotechnicus in Amsterdam. Een jaar later bedenkt de zanger De Songclub. Hij constateert dat veel bands in het covercircuit terechtkomen. Leden van De Songclub moeten een keer in de twee maanden een nieuw liedje voor het eerst in café Marleen ten gehore brengen ten overstaan van collega muzikanten. De Songclub bestaat uit twaalf liedjesschrijvers. Het is een succes. "Sommige mensen zitten er al acht jaar in en willen er niet uit." Onder meer Harry Niehof, Tiedo, ZaZa en Annemarieke Coenders hebben veel geschreven voor De Songclub. Er is zelfs een kleine wachtrij. Er gebeurt niet per se wat met de nummers, de artiest doet er zelf wat mee. Wel komt er in 2009 ter ere van het tienjarig bestaan van Café Marleen een verzamel-cd uit met de titel 'Ten years is so much time' waarop nummers van De Songclub staan. In 2003 komt er bovendien een spin-off getiteld De Dichtclub. |
Zakenmannetje spelen Hij is dan al een paar jaar wat minder actief in de muziek. "Ik speelde een tijdje voor zakenmannetje, maar dat vond ik later niet meer leuk. Ik was niet echt zo en dat had iedereen ook wel door." Bert vraagt zich af of hij zich erbij moet neerleggen of dat hij toch weer de muziek in wil. |
Bert Hadders en de Nozems Rond 2005 begint het dan toch weer te kriebelen. Hij begint te schrijven, zonder band. Dan vraagt regisseur Theo de Groot van theatergroep Peerd hem of hij liedjes wil schrijven voor het toneelstuk Peerd en Woagen. Naar aanleiding daarvan brengt de zanger in 2008 een band bijeen: Bert Hadders en de Nozems. Terwijl hij in vrijwel al zijn voorgaande bands Engels zingt, besluit Hadders het nu over een andere boeg te gooien. "Mijn Engels is niet 100% correct en de luisteraar moet dat dan ook nog eens gaan vertalen. Dat schept een afstand en is gewoon twee stappen te ver. Ik vind het jammer dat ik er nu pas achterkom." |
Hoe lokaler, hoe universeler De teksten van Bert Hadders en de Nozems hebben vaak een lokaal onderwerp zoals in Peperstroat of Elvis, Keuning van de Bunermond. Dit vormt in zijn optiek echter geen beperking. De manier waarop zijn band speelt levert juist een voordeel op, vindt hij. "Je moet iets doen om op te vallen. Niemand maakt deze muziek in het Gronings. In het Engels was het niets geworden. De kunst is een gevoel op te roepen dat voor iedereen geldt." Het liedje ‘Elvis’ gaat volgens hem bijvoorbeeld over een archetype dat overal bestaat en dat maakt het herkenbaar. "Hoe lokaler ik het maak hoe universeler het kan worden." Hadders hoopt met zijn muziek buiten de provinciegrens te kunnen optreden. "Op 11 december 2010 staan we in het voorprogramma van De Dijk in de Oosterpoort. Het zou mooi zijn als daar wat achterweg kwam." |
Canon van Groningen Hoewel de cd 'Over de Badde' van Bert Hadders en de Nozems goed wordt ontvangen moet het hoogtepunt in zijn carrière nog komen. “Ik wil 10 liedjes maken in het Gronings die iedereen over 10 jaar nog kent en ik wil een vermelding in de Canon van Groningen!” Tot die tijd schrijft hij nieuwe muziek voor zijn band, doet hij veel dj-werk en organiseert hij feesten. Ook is Hadders bezig met het toneelstuk 'En toen ging het sneeuwen', wederom voor Peerd. |